With all the best intentions?
Door: Sharon van der Heijden
Blijf op de hoogte en volg Sharon
18 Mei 2017 | Colombia, Bogota
Na een redelijk luie ochtend, had ik besloten om nog even op zoek te gaan naar een souvenirtje waar ik verliefd op was geworden, maar waarvan de winkel gesloten was geweest toen ik het zag, en om even boodschappen te doen voor het eten vanavond. Geluncht had ik nog niet, maar dat zou onderweg wel goed komen. Al gauw bleek ik meer honger te hebben dan ik dacht, dus ik besloot ik op het pleintje bij de kerk een zakje churros te halen. En daar heb ik van zitten genieten. Toen ik net het zakje leeg had, zag ik een zwerver op ons afkomen (er zat nog een andere man naast me op het bankje die ik niet kende), nouja op zich niets vreemds. Hier in Colombia zie ik, net als in Peru, iedere dag wel tientallen zwervers, zitten, rondlopen, lolly’s verkopen in bussen en treinen, altijd bedelend. Echter, in tegenstelling tot in Peru, ben ik er deze keer heel erg gevoelig voor. Misschien komt het juist doordat ik deze keer zelf op budget reis en me de hele dag best drukmaak over of ik datgene wat ik wil kopen/doen ook wel echt kan kopen/doen, (behalve natuurlijk bij souvenirs, mijn eeuwige zwakke plek,) dat ik me ook drukker maak over mensen die dit niet eens kunnen, die gewoon helemaal niets hebben. Ik weet het niet precies, maar ik weet wel dat ik bij zeker 4 op de 10 zwervers probeer iets van kleingeld, maar liever iets van eten te geven. Daarmee maak je bijzondere dingen mee; er heel erg dankbare mensen, zo heb ik een keer een man een minibanaantje gegeven nadat ik hem in eerste instantie had genegeerd, me later bedacht, omdraaide, terugliep en wat kleingeld en dus een banaantje aan hem gaf, die heel erg dankbaar was. Zo heb ik een keer een jonge jongen die lolly’s probeerde te verkopen wat kleingeld gegeven (oké ik had niks bij me, maar ik had Ronnie overgehaald iets te geven), omdat hij met zoveel toewijding om het zo maar te zeggen, probeerde de lolly’s aan iedereen te verkopen en zo wanhopig liet zien dat ie eten moest kopen, dat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen helemaal niets te geven. Zo heb ik een keer een wat oudere man, die niet perse zo tot mijn gevoel sprak, maar meer uit een gevoel van waarom zou ik anderen wel iets geven en jou niet, wat kleingeld gegeven, maar toen hij zag dat er ook een biljet in mijn portemonneetje zat, vroeg hij redelijk dwingend of ik hem niet een biljet kon geven. Daar was ik niet van gediend, later bedacht ik me pas hoe onbeschoft het was en had ik liever gezien dat ik hem het kleingeld niet had gegeven, maar oké, laten we maar gewoon hopen dat ie aan het einde van de dag genoeg bij elkaar heeft om toch iets te kopen. Vandaag was er dus weer zo’n zwerver. Maar dan eentje die er best heftig uitzag: een jonge jongen, baard, lang haar, volledig onverzorgd, een verdrietige, zorgelijke uitdrukking op zijn gezicht die echt mijn hart brak, kleding die zoveel te groot was, dat ik me afvroeg of hij in de laatste tijd zoveel was afgevallen door voedseltekort, of dat hij deze kleren ergens tussen het vuilnis had gevonden, kleding dus van iemand die wat dikker was. Ik gokte op de eerste optie. Ik had dus net mijn churros op, toen hij ons benaderde; zijn gulp stond open, zijn broek zakte af, hij sprak niet eens echt, hij keek gewoon met deze intens meelijwekkende blik, al geloof ik niet dat het een geoefende blik was, zijn gezicht liet gewoon een zwaar leven zien, iets wat niemand verdient. Als ik nog wat churros had gehad, had ik het hem gegeven, maar die waren er niet meer en ik had deze keer even geen zin om geld te pakken en te geven en verder weet ik echt niet waarom ik niets deed toen ik deze jongen zag die me echt heel diep raakte, maar ik heb hem laten staan, totdat ie het opgaf en wegliep. Daarna heb ik hem heel erg lang nagekeken, lang genoeg om te zien dat zijn broek afzakte tot op zijn knieën en dat ie het niet eens echt doorhad, wat laat zien hoe wijd de broek om zijn heupen zat, dat ie hem niet eens voelde en om te zien hoe hij daarna, toen hij de broek weer opgehesen had, verderliep met zijn handen op zijn broek, in de hoop dat ie nu misschien toch zou blijven zitten. Zoals gezegd, het brak mijn hart. Op het moment dat de jongen naar ons toekwam, was ik aan het bedenken of ik het met mijn dagelijkse budget (20.000 pesos ~ ruim 6 euro) zou redden om bacon te kopen voor bij de hamburgers die ik ’s avonds wilde gaan bakken. Vreemd hè, ik maak me druk over mijn 6 eurootjes per dag, of ik me daar nog steeds wel al mijn luxe mee kan veroorloven die ik gewend ben en heb even ‘geen zin‘ om geld te pakken voor iemand, die het klaarblijkelijk echt heel erg hard nodig had. Een beetje arrogant, niet? De jongen liet mijn gedachten maar niet met rust, ik zag hem overal bedelen, nergens iets krijgen, misschien ook nog wel tegen een boom aan plassen, maar dat weet ik niet helemaal zeker. Dat is voor mij echt een afknapper (voor zover dat woord hier van toepassing is, het zou de kans kleiner maken dat ik iemand geld zou geven), zo schaamteloos midden op een plein tegen een boom aan plassen, maarja, zo iemand heeft geen wc en heeft verder ook niks of niemand om zich druk om te maken, dus waarom ook niet.. Uiteindelijk was ik wel klaar met mijn eigen arrogantie en gedoe en besloot ik een van de enige dingen te doen die hem misschien ook echt tijdelijk een beetje zou kunnen helpen: een brood kopen in de supermarkt, met jam, want dat iemand niets heeft, betekent niet dat brood voor diegene zonder iets erop ineens zoveel beter smaakt dan voor iemand die wel meer gewend is. Dat budget heb ik toen ook even laten varen, want dat lijkt ineens zo weinig voor te stellen tegenover zo iemand. Na eerst goed geïnventariseerd te hebben welke kant de jongen op liep, ben ik de supermarkt ingegaan op zoek naar brood en jam, ben ik in de megalange rij gaan staan, ondanks dat ik wel een soort van haast had, want ja ik moet de jongen wel nog terugvinden natuurlijk en ben ik daarna richting de straat gespurt waar hij volgens mij moest zijn en waar ik hem niet vond. Serieus, ik zag hem nergens, en daar sta je dan met je brood. Dus even de straat afgelopen, weer terug, en geen spoor van de jongen. ‘Gelukkig‘ zijn er nog zoveel andere mensen die je hier blij zou kunnen maken met een brood met jam, dus ik zou er sowieso wel vanaf komen, maar net die ene jongen die ik het zo gunde, die was weg. En dat is eigenlijk al vreemd, ik ‘gunde‘ het hem wel om vandaag eten te hebben? Dat bepaal ik, wie van de onfortuinlijken hier wel het recht heeft om te eten en wie niet? Een vreemde, zeer westerse houding, lijkt me zo. Nouja, toen ging ik maar even langs de selectie kanshebbers af; een oude man die in een houding zat, waarvan het leek alsof ie er nooit meer uit ging komen, als een zeemeermin, met een klein flesje frisdrank en een bekertje, die niets vroeg, maar alleen mensen vragend aankeek. Toen ik de eerste keer langs hem afliep, leek het alsof hij 2 stompjes van benen had, maar dat kwam door de enorme hoeveelheid eelt op zijn knieën en de onnatuurlijke houding die de voeten in het niet lieten gaan. Aan het begin van de straat zat een vrouw met een kartonnen plaat met tekst erop, er zijn heel veel mensen met zo’n plaat, ik durf alleen nooit te lezen wat erop staat, want dan moet je best lang stilstaan, moet je sowieso iets geven, terwijl ik regelmatig aan de waarheid hiervan twijfel, en vind ik het weer zo'n superioriteitsgevoel geven. Ik stelde me van beide mensen voor dat ze een gezin hadden waar ze niet voor konden zorgen en dat ze al zoveel geleden hadden, te zien aan de rimpels en de zorgelijke blikken. Deze man had mijn voorkeur, waarom weet ik niet, of het nu door de ongemakkelijke houding kwam, de vragende blikken aan de voorbijgangers of simpelweg het sympathieke gezicht, ik weet het niet. Maar hem zomaar het brood geven, ging niet. Ten eerste, was het voor de ander bedoeld, ten tweede waren er nog zoveel meer mensen die het nodig hadden en ten derde twijfelde ik of hij het wel zo hard nodig had, hij zat daar met zijn flesje frisdrank en hij zag er op zijn minst verzorgder uit dan de andere jongen. Net toen ik toch had besloten hem het brood te geven, was zijn flesje frisdrank op en gooide hij het zonder pardon op straat, iets wat zeer tegen mijn principes is. Weg gunfactor, maar dan opnieuw, betekent het dat wanneer deze mensen niet voldoen aan mijn hoge (westerse) sociale standaarden, dat ik hen het recht op eten mag ontnemen? Dat klinkt toch wel heel gek. En sowieso twijfelen of hij het wel zo hard nodig heeft? Betekent dat dat iemand die een beetje niets heeft, minder recht heeft op wat goede wil dan iemand die heel veel niets heeft, of helemaal niets? Vreemd toch? Toen ik me uiteindelijk over mijn bizarre afknappers had heen gezet en opnieuw koers richting de man wilde zetten, zag ik natuurlijk net de andere jongen weer voorbij lopen. En daar sta je dan met je brood, 1 brood en 1 pakje jam. Het aan de een geven en eisen/vragen of hij het met de ander wil delen is vreemd, ook al hoor je vaak dat mensen die niets hebben veel makkelijker delen dan mensen die te veel hebben, maar toch, dat ging ik niet van hen verlangen. Tsja, ging ik dan toch achter de jongen aan om wie het allemaal begonnen was, of had de oudere man deze keer geluk, ik wist het niet en ondertussen stond ik al zeker 20 minuten in tweestrijd. Uiteindelijk heb ik de omstandigheden laten bepalen; als de jongen mijn kant op kwam, zou ik het hem geven, als hij de andere kant op ging, niet. Hij ging de andere kant op, dus die keuze was gemaakt. De persoon die zo tot mijn gevoel sprak dat ik dit hele dwaze idee bedacht heb, heeft er uiteindelijk niet van geprofiteerd. Toen wilde ik het dus alsnog aan de man gaan geven, maar toen raakte deze man heel vriendschappelijk in gesprek met de winkelieren van de winkels waar hij voor zat. Het leken zowaar vrienden van hem te zijn, waardoor ik weer dacht dat, als deze man het echt te zwaar zou krijgen, hij waarschijnlijk wel gesteund zou worden door deze en misschien wel andere mensen. Dat was de definitieve gedachte, ik had besloten dat deze man geen eten ging krijgen van me. Wat een goed mens ben ik toch...
Maar wie dan wel? Er waren nog steeds genoeg behoeftigen, waaronder de vrouw met het bordje en een nieuwe zwerver, die ik spotte aan de overkant van de straat en die me zeer deed denken aan de eerste jongen: verwilderd, te grote kleren, hij liep ook nog eens beetje mank, en mensen aansprekend in de hoop iets te krijgen. Dit werd hem; je zou bijna zeggen dat deze jongen aan alle factoren voldeed om kans te maken op eten, als het niet zo onmenselijk klonk. Ondertussen heb ik mezelf al wel 100 keer vervloekt dat ik dit plan uitgevoerd heb, met alleen maar goede intenties en kijk hoe ik hier nu sta: vol twijfels en slechte gedachten over mezelf omdat ik mezelf zo boven die andere mensen heb geplaatst door uit te kiezen wie er mag eten. Maar dus, op naar die jongen. Op de een of andere manier vind ik het altijd een beetje eng om mensen iets te geven en zal het dus vaker voorkomen dat ik langsloop en me daarna omdraai, dan dat ik ze in eerste instantie al wat geef. En zo ook deze keer; ik liep de jongen voorbij, twijfelde, draaide aan het eind van de straat om en liep recht op hem af om het hem te geven. Totdat hij, toen ik ongeveer recht voor hem liep, zijn shirt volledig omhoog trok, geen idee wat ie ging doen of waarom, maar ik heb mijn blik afgewend en ben doorgelopen. Jammer, weer mislukt. Schaamteloos plassen tegen een boom, een flesje op straat gooien en je shirt omhoog trekken en ...? is voor mij blijkbaar allemaal genoeg om mijn keuzes te heroverwegen, alsof die mensen iets goeds moeten doen om het geld of eten te verdienen, of in ieder geval niks 'slechts'. Ik heb me nog geen moment op reis een slechter mens dan dit gevoeld, wat heb ik een ongelofelijke spijt van dit alles gehad. En dat terwijl het allemaal zo goed bedoeld was. Op een gegeven moment ben ik zelfs zo wanhopig geweest dat ik dacht dat het beter zou zijn om het brood mee naar het hostel te nemen en daar zelf op te eten ofzo, alleen maar om niet het gevoel te hebben dat ik me boven die mensen stelde. Uiteindelijk heb ik maar besloten dat de vrouw het brood ging krijgen en na eerst een keertje langs gelopen te zijn en de smekende blik te hebben genegeerd, ben ik omgedraaid en heb ik het haar gegeven, haar dankbare blik in ontvangst nemend. Maarja, wat heeft zo’n simpele actie nu zo moeilijk gemaakt? Hoe kan het dat ik zeker een half uur op straat heb staan nadenken over aan wie ik het eten ging geven en daarna over hoe arrogant het überhaupt is dat ik vind dat ik daarover mag bepalen. Het zal wel typisch iets voor mij zijn, ik heb ten slotte altijd al moeite gehad met keuzes maken en waarschijnlijk juist het feit dat ik zo lang na heb gedacht over wie en waarom, heeft ervoor gezorgd dat ik het idee dat ik mezelf boven die andere mensen plaatste. Nouja, al met al, met je goede intenties kun je de wereld niet verbeteren en dat je jezelf er goed door gaat voelen, klopt ook lang niet altijd (wat natuurlijk niet betekent dat ik vanaf nu niets meer ga geven, ik ben nog steeds gevoelig voor de vragende blikken en omhoog gehouden handen). Ik ben toch blij dat ik de spulletjes gekocht heb, want het heeft me even momentje van zelfreflectie gegeven, om het maar even dramatisch te verwoorden. En uiteindelijk heeft er in ieder geval een persoon die het minder goed heeft dan ik wat te eten gekregen, ik kan er maar beter tevreden mee zijn dan er nog heel lang bij stilstaan hoezeer dit geen goed plan was.